De opdracht van de transitiemanager is om sturing te geven aan de inrichting van de nieuwe organisatie. De uitvoering van de opdracht heeft vier sporen:
1. Sturing en wijziging gemeenschappelijke regeling
- Gemeenschappelijke regeling sluiten
- Governance van de samenwerking (gemeenten, bestuur, uitvoeringsorganisatie)
- Begroting nieuwe organisatie
2. Organisatie & HRM
- Personeel: personeelsbeleid, formatie en functies op inhoudelijke taakgebieden (zorg, welzijn, werk & inkomen etc., management, bedrijfsvoering, kwaliteit)
- Besturing en aansturing interne organisatie: uitwerking organisatiestrategie, structuur, besturing en cultuur
- Processen: procesbeschrijvingen, werkwijzen, kwaliteitshandboek(en), informatie- en ICT ondersteuning
3. Transitie per ‘latende’ organisatie (drie gemeenten en huidige uitvoeringsorganisatie)
- Doorlopen van besluitvormende processen (met o.a. OR-en, Lokaal Overleg, etc.)
- Huidige functies en medewerkers die overgaan begeleiden naar nieuwe organisatie
4. Inrichting integrale toegang in het voorveld
Belangrijk voor de nieuwe organisatie is ook de samenwerking met het voorveld (0e lijn). Dit is per gemeente nu nog verschillend georganiseerd. In samenhang met de inrichting van de nieuwe uitvoeringsorganisatie (1e lijn) wordt in 2025 door de gemeenten gewerkt aan een uniforme inrichting van een integrale toegang voor zorg en hulp in het voorveld.
Voor spoor 1 en voor spoor 2 zijn projectleiders aangesteld. Voor spoor 3 en 4 zijn de lijnmanagers van de drie gemeenten verantwoordelijk. Hier is samenwerking en sturing op ingericht.